Tijdens hun verblijf in Haps, een dorp gebouwd als in de ijzertijd, leren basisschoolleerlingen samen te zorgen voor alle dagelijkse dingen. Ze gaan het land bewerken, ambachten uit die tijd oefenen, koken, vuur maken, dieren verzorgen en verhalen horen bij het vuur, want televisie en gamecomputer ontbreken. De stap terug in de tijd kan in Apeldoorn. Het zijn onvergetelijke dagen voor de kinderen. In het landbouwblad Nieuwe Oogst van LTO verscheen dit verhaal over het Hapskamp.
Klassen die een schoolkamp in de ijzertijd gaan doen, worden vooraf in de stemming gebracht. Ze maken een hesje van jute dat ze mogen versieren met een familiesymbool en ze kleien een beker om uit te drinken. Voor veel kinderen is het best spannend om in een primitieve boerderij te gaan slapen op stro en koeienhuiden en zelf voor de eerste levensbehoeften te moeten zorgen, maar leuk is het ook.
De kinderen missen de luxe gedurende een paar dagen niet. Er is ook genoeg te doen. Om een brood te bakken moet je graan hebben, meel ervan malen, brooddeeg kneden en een houtoven stoken. Daarvoor moet je hout op maat maken en dan pas kun je brood bakken. Niets gaat automatisch. Gelukkig kun je op je neus afgaan om te weten of het brood in de oven klaar is. Dat ruikt heerlijk.
Voor de agrarische praktijk is een paar dagen Haps te kort. De kinderen zaaien wat op de akker. De oogst laat nog zo lang op zich wachten. De gereedschappen om het land te bewerken zijn heel primitief, doen aan de praktijk in de armste ontwikkelingslanden denken. Hard werken, geduld en samenwerking zijn van belang. Het collectief is belangrijker dan het individu. Je krijgt verantwoordelijkheden en anderen zorgen voor de andere taken, want alles zelf doen is ondenkbaar. Overleven is dus ook zorgen voor elkaar.
Dit verhaal over leven in de ijzertijd verscheen in Nieuwe Oogst op 18 mei 2013. Tekst en foto’s zijn van Jorg Tönjes
Leave A Comment