Zes middelbare scholieren spelen in de band Whatever. Muziekdocent Koos Lonis begeleidt de band bij het neerzetten van een eigen bandgeluid. Koos wil jonge mensen vertrouwd maken met het spelen in een band. Muziekscholen richten zich sterk op het beheersen van een instrument en veel minder op samen spelen. Dat laatste wil de muziekdocent juist toevoegen. Het muzikantenblad Bandcoach besteedde in juni 2016 aandacht aan de voorbereiding van Whatever voor hun volgende optreden.
Koos helpt de band bij het kiezen van hun songs. Ieder bandlid heeft zo zijn favorieten. Om het te halen tot een optreden moet een nummer goed lopen bij het oefenen. De band probeert dat drie weken. Wil het dan niet, dan komt het niet in de set. De keuze van de band is belangrijk, vindt Koos, maar het publiek moet ook wat pakkends krijgen.
„Zorg dat het eerste en het laatste nummer goed staan”, zegt de Bandcoach. „Dat onthouden de mensen”. Behalve dat het technisch goed moet kloppen, moet er ook wat te bekijken zijn. Koos spoort de jongelui aan mee te bewegen. een drummer doet dat vanzelf al, maar de rest van de band moet contact met elkaar en met het publiek hebben bij een optreden. Bewegen is belangrijk. „Zo geef je het publiek het gevoel ‘die jongens voelen het’. Als dat wat je speelt met de muziek klopt, straal je dit uit”.
Het artikel met Whatever en Koos Lonis verscheen in Bandcoach, zomer 2016. Foto’s zijn van Sushilla Kouwen, tekst Jorg Tönjes. Bandcoach is een blad voor bandmuzikanten, die willen leren van elkaar en het talent dat op de podia van Nederland en België optreedt.
Leave A Comment