Onder architectuur schuren bouwen op het platteland, is dat nodig? Ja, anders zie je er straks alleen nog grote groene, metalen schuren met een damwandprofiel. We hebben meer karakteristieke, functionele gebouwen nodig op het platteland. Attie Bos schreef er een boek over, Haver Producties schreef daar in 2017 weer een artikel over voor Boerderij Vandaag (v.h. Agrarisch Dagblad). Een gedeelte van het artikel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Attie Bos interviewde zeventien boeren over de nieuw- of herbouw van hun schuur of stal en bundelde dit tot het boek Boerderijen in het wierden- en dijkenlandschap. Bos wil boeren met bouwplannen stimuleren rekening te houden met het landschap.

Bioloog en boerendochter Attie Bos zag dat het Groninger wierden en dijkenlandschap de laatste vijftien jaar snel veranderde: de typisch Groninger boerderijen verdwijnen en er komen steeds meer schuren bij die je overal ziet. Het eigen karakter van het landschap verdwijnt, meent Bos. “Het landschap dreigt steeds meer een industrieel karakter te krijgen.Vroeger waren de boerderijen echte pronkjuwelen waar boeren trots op waren.” Traditioneel is er een verband tussen de streek en de bouwwijze van boerderijen, zoals in Noord Groningen de kophals-romptypen en de Oldambsterboerderijen uit de negentiende eeuw. 75 procent van Groningen is agrarisch, dus de landbouw en de bijbehorende historische boerderijen zijn zeer bepalend in het landschap. Nog wel. Door schaalvergroting, achterstallig onderhoud, bodemdaling, stormschade, asbestsanering – waar alle boeren mee te maken hadden – en niet te vergeten de aardbevingen – in ieder geval negen van de zeventien hadden aardbevingsschade – staan veel boeren op het punt te gaan bouwen.

Aan het hart
Bos is bestuurslid van De Vereniging voor Agrarische Natuur- en Landschapsbeheer Wierde & Dijk, die het Noord-Groninger zeekleigebied van Zoutkamp tot Delfzijl bestrijkt en voor de helft boeren kent als leden. Vanuit de boeren kwam de wens om meer aandacht aan landschappelijk inpasbaar bouwen te schenken. De vereniging organiseerde een bijeenkomst met vier architecten en verwachtte 20 boeren. Het werden er 90. “Iedere boer wordt min of meer gedwongen te (her)bouwen, maar niemand weet hoe dat moet als je dat niet-standaard wilt doen. Een boer heeft overal adviseurs voor, maar niet voor bouwen met behoud van het landschap.” Bos wou meer weten van de problemen waar de boeren tegenaan lopen als ze willen bouwen en ze was benieuwd waarom veel boeren niet kiezen voor een mooier alternatief dan de standaardschuur. “Het gaat boeren echt aan het hart als de originele schuur afgebroken moet worden, zeker als de boerderij al jaren in de familie is. De vraag is dan: restaureren of nieuwbouw?”

De meerkosten van bouwen met een architect voor een schuur of stal bedragen zo’n 10 tot 15 procent van de totaalkosten. “Een boer zei: ‘soms vraagt men hoe duur het allemaal is, maar je kunt ook andersom redeneren: hoeveel heb ik er voor over om een mooie schuur te bouwen?” Bos hoopt dat er uit de nieuwe bouw weer functionele, karakteristieke boerderijen terugkomen op het Groninger Hogeland.

Leesvoer: Boerderijen in wierden- en dijkenlandschap. Zeventien interviews met boeren over nieuw- of herbouw van hun schuur of stal met het landschap als uitgangspunt.
Auteur: Attie F. Bos.
ISBN/EAN: 978-94-6048-045-4
Bestellen via: mooieschuren@gmail.com
€ 10,- (excl. verzendkosten)